Brandwonden

Brandwonden zijn het gevolg van een sterke oververhitting van de huid. Er bestaan verschillende soorten brandwonden:



  • Eerstegraads brandwond: de huid is rood, droog, pijnlijk en soms wat gezwollen.

  • Oppervlakkige tweedegraads brandwond: de huid is rood, nat, pijnlijk en er kan blaarvorming optreden.

  • Diepe tweedegraads brandwond: de huid is roodachtig of wit, nat en zeer pijnlijk.

  • Derdegraads brandwond: de huid kleurt vuilwit, grijs of zwart en is uitgedroogd, leerachtig en nauwelijks nog pijnlijk.


Wat te doen bij brandwonden?


Voor alle soorten brandwonden: EERST WATER, DE REST KOMT LATER! (5-10 min lauwwarm stromend water)


Alleen eerstegraads brandwonden komen in aanmerking voor zelfzorg.


Raak een brandwond niet aan, om de kans op een infectie klein te houden. Smeer geen zalf op brandwonden.


Een droge, rode plek hoeft u niet af te dekken.


Als de wond open is of als er blaren zijn, doe er dan verband, een schone theedoek of een schoon laken op. Zo kan er geen vuil bij komen.


Neem bij twijfel altijd contact op met een arts of bel 112.


Wanneer naar de huisarts?



  • Bij blaarvorming op de huid.

  • Bij een beschadigde huid.

  • Als een groot lichaamsoppervlak verbrand is.

  • Bij grote brandwonden op handen, voeten of in de schaamstreek.

  • Verbranding in het gezicht en/of de hals.

  • Brandwonden veroorzaakt door een chemisch product of door elektriciteit.

  • Bij gevoelloze plekken op de huid.

  • Bij geïnfecteerde huid (geel of grijs beslag).


Zelfzorgproducten verkrijgbaar bij uw VAL-apotheek:


Flaminal Hydro gel


Werking: Hydroactief colloïd gel-verband: bevordert het herstel van de huid doordat het de wond vochtig houdt en afdekt. Verkoelt.


Tips:



  • Begin direct met koelen van de wond; bij voorkeur met zacht stromend, lauw leidingwater

  • Koel tenminste gedurende 5 minuten. Langer koelen is beter maar let bij grote oppervlakten op voor onderkoeling.

  • Smeer niets op de wond als de verbranding ernstiger is dan de eerste graad.

  • Verzorg de wond door hem af te dekken met een steriel, bij voorkeur niet inklevend kompres; bij afwezigheid hiervan de wond  beschermen met een zuivere doek.

  • Neem niets te eten of te drinken.

  • Zorg ervoor dat het slachtoffer rechtop blijft; ook tijdens het vervoer. Het hoofd moet altijd hoger zijn dan de rest van het lichaam. Zo is er minder kans op vochtophoping.